14 feb 2023

Living Lab: help boer die schetst aan eigen kennis- en actieagenda én ontwikkeling

Wat nodig is voor een volhoudbaar landbouw- en voedselsysteem, is een succesvolle transitie van boeren en tuinders die daarin vanzelfsprekend een sleutelrol vervullen. Cruciaal is het opdoen, ontsluiten en benutten van nieuwe kennis, óf het afstoffen van oude. Maar hoe kom je tot een (radicale) kennis- en actieagenda die aanzet tot structurele verandering? En hoe zorg je ervoor dat ondernemers constructief vragen naar en bijdragen aan kennis en inzichten die hen ook individueel verder helpen? Dit en meer was onderdeel van project ‘Het Regeneratieve Living Lab’, financieel mogelijk gemaakt door samenwerkingsverband RNOB, Agroproeftuin de Peel en AgriFood Capital. Het Living Lab maakt zich inmiddels op voor een opschaling.

Behoefte aan kennis en kunde
Het project doorliep in ruim anderhalf jaar drie fasen, met als climax een serie keukentafelgesprekken bij boeren thuis. ‘Daar vroegen we hen naar hun dromen en toekomstbeelden, hoe ze hun bedrijf in die toekomst voor zich zien in het licht van de huidige maatschappelijke en ecologische uitdagingen’, vertelt onderzoeker Kawire Gosselink. ‘Van daaruit hebben we gevraagd naar thema’s, kennis- en hulpvragen en uitdagingen die ze zien bij de realisatie van hun droom. Wat komen ze hier en nu op hun bedrijf tegen waar ze meer kennis en of kunde bij nodig hebben?’

Systeemdenker Imke de Boer vergezelde haar bij vrijwel alle gesprekken en zag het beeld bevestigd dat elke ondernemer er anders in zit en vaak ook iets anders nodig heeft. ‘Pioniers bijvoorbeeld zijn zich al heel bewust van een ander, volhoudbaar narratief en de noodzaak om te veranderen. Ze dragen daar vandaag de dag vaak al actief aan bij. Deze gesprekken lieten ons zien dat zij hun bedrijven nog verder willen ontwikkelen richting een duurzame voedseltoekomst, met duidelijke kennis- en hulpvragen’.

Perspectief voor 10 jaar
Maar er zijn ook boeren, concluderen De Boer en Gosselink, die in éérste instantie niet inzien dat het anders moet, of anders kan. Ook durven velen niet te dromen, belemmerd als ze worden door een laag vertrouwen in de overheid. ‘Maar meestal verandert er wel wat, in de loop van het gesprek’, is de ervaring van Gosselink. ‘Dat ze opeens toch vertellen dat het wel degelijk anders kan en hoe dan. Het helpt hen als ze ook zicht krijgen op een goed inkomen voor de middellange termijn, zeg pakweg 10 jaar. Als die koppeling er is, dan staan ze wel degelijk open voor een ander perspectief. En daar hebben ze dan ook hun kennisvragen bij.’

Op basis van de gesprekken met de boeren, maar ook die met een aantal andere experts en betrokken burgers, werken Gosselink en De Boer aan een vervolg van het Regeneratieve Living Lab. Dat moet leiden tot meer beweging in het systeem, voorafgegaan door een ‘boergedragen’ actie- en kennisprogramma rond Plaats De Kleine Aarde.

Volgens beide onderzoekers verdienen de ervaringen aan de boeren keukentafel navolging, evenals de groepssessies die daaraan voorafgingen. Maar behalve de grootte en samenstelling van de boerengroep, bepaalt ook het profiel, de taal en de rol van zogenoemde meedenkers de kans op succes. De volgende maanden moet gaan blijken of de ervaringen van het Living Lab ondernemers daadwerkelijk aanzet tot dromen over en werken aan een ook voor henzelf volhoudbaar voedselsysteem.

Douwe Korting